Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als [1]gijlieden nu het land [2]zult doen vallen in erfenis, zo zult gij een [3]hefoffer den HEERE offeren, [tot] een [4]heilige plaats, van het land; de lengte zal zijn de lengte van vijf en twintig duizend [5][meetrieten], en de breedte tien duizend; dat zal [6]in zijn gehele grenzen rondom [7]heilig zijn. 1. Dewijl niet alleen de vorige tempel verbrand, maar ook de stad en het ganse land verwoest en het volk Gods weggevoerd was, en in het voorgaande van den nieuwen tempel gehandeld is, zo wordt nu in het volgende gesproken van het land en volk, met hun vorst; afbeeldende een gehele en volkomen herstelling van deze geestelijke republiek onder den Messias. 2. Dat is, door het vallen of werpen van het lot zult delen onder u; zie Ps.16:5,6, met de aantekening, alzo onder hfdst.46 vs.14,22, en hfdst.48 vs.29; in allen gevallen zie de manier van spreken op de loting, hoewel het lot noch hier noch in het volgende uitdrukkelijk vermeld wordt. Het is aanmerkelijk dat de stammen hunne landpalen niet bij loting, gelijk in het boek Jozua, maar door Gods bijzondere ordinantie in hfdst.48: worden toegelegd; vergelijk Matth.25:34. 3. Of gave. Hebreeuws, ene heffing heffen, waarmede gezien wordt op de hefoffers der wet, die van de rest als opgeheven of opgenomen en den Heere opgedragen en geheiligd werden. 4. Te weten, afzonderende dezelve van de rest des lands tot een heilig gebruik; of, men kan [met sommigen] deze woorden voegen bij het woord offeren aldus: Gij zult den Heere offeren van het land een heilig deel, alzo vs.4. Hebreeuws, ene heiligheid. 5. Dit ingevoegde woord genomen uit boven hfdst.42 vs.15,16,17,18,19,20, en hier vs.2, waar naar de eerste maat der rieten, de ellen in het bijzonder gespecificeerd worden, voor het ledig, of de vrije buitenruimte. 6. Dat is, zo wijd en ver als het reikt. 7. Hebreeuws, ene heiligheid. Zie boven hfdst.43 vs.12.